De Bazeldijk kent een rijke historie. Aangelegd in de 13e eeuw als waterkering om het water uit Vijfherenlanden richting Alblasserwaard tegen te houden, ontwikkelde de dijk zich in de 20e eeuw daarnaast tot een drukke doorgaande weg. Meerkerker Jan Blokland bracht zijn hele jeugd aan de dijk door en was dol op alle drukte. ‘Als schooljongen vond ik al dat verkeer een hele belevenis. Voertuigen uit heel Nederland reden over de dijk. Dat kon je zien aan de kentekens, die toen nog provinciegebonden waren. Ik noteerde de nummerborden, want wat is er nou interessanter dan een auto die helemaal uit Groningen blijkt te komen? Of uit Zeeland, want dan wist je dat er al een hele reis op zat. Er waren toen nog niet zo veel bruggen, veel ging met de veerpont.’ Jan herinnert zich nog goed tientallen melkwagens die dagelijks langskwamen vanuit Drenthe naar de verwerkingsfabriek in Dordrecht. ‘Drenthe was de eerste provincie waar het melkvee tbc-vrij was. Die melk was bestemd voor de Amerikaanse soldaten die na de Tweede Wereldoorlog nog steeds in Europa gestationeerd waren. De melk ging na bewerking en botteling heel Europa door.’
Aan de kant voor het verkeer
Ook de vader van Jan had een melkveebedrijf. Hij had een bescheiden veestapel van 30 koeien, vrij gangbaar in die tijd. Ook in de bedrijfsvoering van de boerderij speelde de Bazeldijk een belangrijke rol, vertelt Jan. ‘De weilanden lagen aan de andere kant van het Merwedekanaal. Voor het uitrijden van de mest moesten we met paard en wagen de Bazeldijk op.’ Toen de dijk in de jaren vijftig steeds drukker werd met verkeer, ondervond de vader van Jan hier flinke last van. ‘We moesten met 2 personen de mest uitrijden. De een kon dan met paard en wagen op de helling wachten voor het drukke verkeer, terwijl de ander op de uitkijk stond en het sein “veilig” kon geven om weer door te gaan. Door die toenemende verkeersdrukte maakten we veel onveilige situaties mee. We hebben ook verschillende ongelukken zien gebeuren. De weg had zijn maximumcapaciteit ruimschoots bereikt.’
Van reuring naar rust
De aanleg van de A27 was volgens Jan de beste oplossing voor mens en dier. ‘Mijn vader kon weer rustig met paard en wagen de dijk op. Eigenlijk was het wegvallende verkeer een verademing. Het dorp kwam tot rust.’ Toch was er ook een andere kant van de medaille, schetst Jan. ‘Er was altijd reuring in het dorp geweest, dat viel nu weg. Voorzieningen zoals eigen garages en benzinepompen verdwenen, net als de horeca. Hotel Sap en Sap, ook wel bekend als Hotel Brughuis, was een begrip in de wijde omgeving. Mensen stopten daar als ze op doorreis waren. Vroeger spanden ze er nog de koetspaarden uit. Meerkerk was een pleisterplaats op de Napoleonsroute. Langs de route stonden prachtige eiken, die schaduw boden aan Napoleons troepen. Bij Sleeuwijk zijn deze nog steeds intact.’
Wonen in een badkuip
Inmiddels woont Jan alweer een hele tijd met zijn vrouw aan de andere kant van het dorp. Ook daar ziet hij het verkeer, maar dan op de A27. ‘Iedere dag staat het er stil’, vertelt Jan. ‘Bovendien is er veel sluipverkeer van auto’s die anders moeten omrijden via de A2. Het lijkt weer op de jaren vijftig, waarin ook al het verkeer door het dorp reed.’ Jan is daarom blij met de extra rijstroken die de A27 gaat krijgen. ‘Kijk, we wonen in een badkuip. Waar je ook naartoe gaat, je komt altijd een rivier tegen. Bruggen lossen het op, maar er zijn ook hellingen waardoor het verkeer niet goed doorstroomt.’ Als het aan Jan ligt, komt er een ingrijpende oplossing voor alles. ‘Als ik het voor het zeggen had, kwam er een tunnel van Meerkerk naar De Tol nabij Werkendam. Dan ben je van de hellingen in de brug af en dus ook van de vertraging in het verkeer. Maar ik snap dat Rijkswaterstaat met een ontwerp moet werken dat financieel en in andere opzichten haalbaar is.’ Jan zal het rivierenlandschap van Meerkerk en omgeving in ieder geval blijven koesteren. ‘Verkeerstechnisch mag het dan niet ideaal zijn, het blijft prachtig om er te wonen.’